Bij de Chinees
"We gaan zo naar de Chinees!" riep vriendlief. Ik weet nog goed, dat ik vreemd opkeek en me afvroeg wat we daar in vredesnaam om half elf 's ochtends moesten doen. Ons ontbijt was amper verteerd en de gedachte aan een portie babi pangang met rijst op dit tijdstip riep niet direct vreugdegevoelens bij mij op. "Ik heb een nieuwe zaklamp nodig" vervolgde hij "en een slot voor het hek. En als we er dan toch zijn nemen we ook gelijk een nieuw hondenkleed mee". Voordat ik wat kon vragen kwam er een verklaring "Ja, in Nederland hebben jullie de 'Action', wij hebben 'de Chinees'!" Eenmaal gearriveerd in een loodsachtig gebouw, viel mijn mond open. Paden en paden vol met spullen, er leek geen eind aan te komen. "Action eat your heart out" dacht ik en vroeg me tegelijkertijd af of het de eerste of laatste keer was dat ik dit pand betrad.
Inmiddels zijn we anderhalf jaar verder en ben ook ik, in de loop van de tijd, gezwicht voor deze People's Republic of China, waar de voertaal Spaans is, waar het ruikt naar een Aziatisch pakhuis, waar de cassiere luid kwetterend in het Chinees haar telefoongesprekken afhandelt en waar je eigenlijk helemaal niet dood gevonden wil worden, maar waar je naar toe gaat, omdat er in de directe omgeving geen alternatief is. Je zult maar een nieuw wasrek nodig hebben of batterijen voor die nieuwe zaklamp. Oh, ik hoor nu dat de sojasaus op is...
Welkom in idyllisch Andalusië en welkom bij de Chinees!